naar beneden

Scroll

Zeeuws-Vlaanderen in vogelvlucht

RONDJE ZWERVEN

Van d’Ee tot Hontenisse, van Hulst tot aan Cadzand, zo begint het refrein van het Zeeuws-Vlaamse volkslied, met als slotregel Dat is ons eigen landje, maar deel van Nederland. Kenmerkend voor deze streek, die lang vanuit de rest van het land alleen per veerboot bereikbaar was. Wij nemen de zes kilometer lange Westerscheldetunnel en zetten koers naar het westen.

TEKST JAN VAN PUTTEN // FOTO'S ANGELIQUE NIJSSEN, JAN VAN PUTTEN E.A. // ILLUSTRATIES ILBUSCA EN BENOITB

Drieling van Retranchement

De Franse naam Retranchement betekent: een omwalling van aarde. Een heel mooie wandeltocht van ongeveer vier kilometer leidt om die omwalling, onder meer langs de bekende Drieling van Retranchement: de drie grenspalen met het nummer 364, uit de tijd dat het Zwin als vaargeul de grens met België vormde. Op beide oevers stond een grenspaal en na de drooglegging van de geul kwam nummer drie in het midden met hetzelfde nummer.

Vogelspotten rond het Zwin

Met de verzanding van het Zwin is een uniek schorrengebied ontstaan, een waar eldorado voor vogelspotters. We volgen de prachtige fietsroute erdoorheen. In Cadzand-Bad treffen wij tijdens een excursie te voet fossiele haaientanden. Op weg naar Breskens hebben we zeezicht vanaf de fiets. Halverwege komen we langs het nieuwe natuurgebied de Waterdunen, waar eb en vloed het ritme bepalen. De overnachting is een belevenis: de natuur aan onze voeten, de zee in de rug.

Langs de Westerschelde

Wij rijden door naar Terneuzen, de stad van de Vliegende Hollander. Belangrijker voor de stad is dat een waterweg vanaf hier toegang biedt tot het Belgische achterland. Zo belangrijk dat men in 2017 is gestart met de bouw van een gigantische zeesluis, waarvan de kosten inmiddels tot ver boven een miljard euro zijn opgelopen. In het bezoekerscentrum krijgen we een prachtig beeld van dit immense werk. Komend jaar wordt de opening gevierd met tal van evenementen.

De vliegende
Hollander

De legende wil dat de in Terneuzen geboren Willem van der Decken nog altijd als Vliegende Hollander de wereldzeeën bevaart. Dit nadat hij in 1676 onder de kreet ‘God of de duivel’ zijn stuurman overboord zette, omdat de bemanning ertegen had geprotesteerd dat hij met slecht weer de Kaap de Goede Hoop wilde passeren. Sindsdien is de duivel de baas over het spookschip met de inmiddels dode bemanning.

Hulst

We komen aan in Hulst, een schitterende vestingstad, met een camperplaats op een paar minuten lopen van het centrum. De pagadders, bengels uitgedost als Spaanse soldaten, gidsen ons aan de hand van een routebeschrijving van de VVV langs de bezienswaardigheden van de stad. De dertiende-eeuwse Sint Willibrordusbasiliek is wijd en zijd bekend van de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus-Passion. Hulst is de bakermat van Van den vos Reynaerde, het bekende satirische dierenverhaal uit de middeleeuwen.

De Hedwigepolder

Ineens wist heel Nederland waar de Hedwigepolder lag. Het slechts 465 hectare metende poldertje werd wereldnieuws, omdat het na tientallen jaren van juridische en politieke strijd aan de zee werd teruggegeven. Twee keer per dag loopt het zeewater door de geul het poldertje binnen. Midden in het gebied ligt een panoramaheuvel, waar nog een uitkijktoren met een spectaculair uitzicht op is gepland. Voor nu moeten we het doen met zicht vanaf de dijk, ook mooi.

Gezien worden in Sluis

Terug bij het beginpunt naderen we Sluis, een stad met een bourgondisch centrum, waar het erom gaat om gezien te worden. Een echte flaneerstad. We nemen het fraaie fietspad langs de Damse vaart, pakken de handmatig te bedienen veerpont De Kobus en gaan terug naar Sluis via het vijftig inwoners tellende Sint Anna ter Muiden. Het zou door Anton Pieck ontworpen kunnen zijn. Er ronddwalend kunnen we ons voorstellen hoe het leven in de middeleeuwen moet zijn geweest.

Reynaert de vos

Op veel plekken in Hulst zijn verwijzingen te vinden naar Reynaert de vos, die in het dertiende-eeuwse verhaal als sluwe bandiet talloze slachtoffers maakte in het dierenrijk. Toen hij hiervoor ter dood werd veroordeeld, wist hij koning Nobel en zijn hofhouding met list en bedrog ervan te overtuigen dat hij kennis had van een schat, waarna hij wederom wist te ontsnappen, nu voorgoed.

RONDJE ZWERVEN

Zeeuws-Vlaanderen in vogelvlucht

TEKST JAN VAN PUTTEN // FOTO'S ANGELIQUE NIJSSEN, JAN VAN PUTTEN E.A. // ILLUSTRATIES ILBUSCA EN BENOITB

Van d’Ee tot Hontenisse, van Hulst tot aan Cadzand, zo begint het refrein van het Zeeuws-Vlaamse volkslied, met als slotregel Dat is ons eigen landje, maar deel van Nederland. Kenmerkend voor deze streek, die lang vanuit de rest van het land alleen per veerboot bereikbaar was. Wij nemen de zes kilometer lange Westerscheldetunnel en zetten koers naar het westen.

Drieling van Retranchement

De Franse naam Retranchement betekent: een omwalling van aarde. Een heel mooie wandeltocht van ongeveer vier kilometer leidt om die omwalling, onder meer langs de bekende Drieling van Retranchement: de drie grenspalen met het nummer 364, uit de tijd dat het Zwin als vaargeul de grens met België vormde. Op beide oevers stond een grenspaal en na de drooglegging van de geul kwam nummer drie in het midden met hetzelfde nummer.

Vogelspotten rond het Zwin

Met de verzanding van het Zwin is een uniek schorrengebied ontstaan, een waar eldorado voor vogelspotters. We volgen de prachtige fietsroute erdoorheen. In Cadzand-Bad treffen wij tijdens een excursie te voet fossiele haaientanden. Op weg naar Breskens hebben we zeezicht vanaf de fiets. Halverwege komen we langs het nieuwe natuurgebied de Waterdunen, waar eb en vloed het ritme bepalen. De overnachting is een belevenis: de natuur aan onze voeten, de zee in de rug.

Langs de Westerschelde

Wij rijden door naar Terneuzen, de stad van de Vliegende Hollander. Belangrijker voor de stad is dat een waterweg vanaf hier toegang biedt tot het Belgische achterland. Zo belangrijk dat men in 2017 is gestart met de bouw van een gigantische zeesluis, waarvan de kosten inmiddels tot ver boven een miljard euro zijn opgelopen. In het bezoekerscentrum krijgen we een prachtig beeld van dit immense werk. Komend jaar wordt de opening gevierd met tal van evenementen.

De vliegende
Hollander

De legende wil dat de in Terneuzen geboren Willem van der Decken nog altijd als Vliegende Hollander de wereldzeeën bevaart. Dit nadat hij in 1676 onder de kreet ‘God of de duivel’ zijn stuurman overboord zette, omdat de bemanning ertegen had geprotesteerd dat hij met slecht weer de Kaap de Goede Hoop wilde passeren. Sindsdien is de duivel de baas over het spookschip met de inmiddels dode bemanning.

De Hedwigepolder

Ineens wist heel Nederland waar de Hedwigepolder lag. Het slechts 465 hectare metende poldertje werd wereldnieuws, omdat het na tientallen jaren van juridische en politieke strijd aan de zee werd teruggegeven. Twee keer per dag loopt het zeewater door de geul het poldertje binnen. Midden in het gebied ligt een panoramaheuvel, waar nog een uitkijktoren met een spectaculair uitzicht op is gepland. Voor nu moeten we het doen met zicht vanaf de dijk, ook mooi.

Hulst

We komen aan in Hulst, een schitterende vestingstad, met een camperplaats op een paar minuten lopen van het centrum. De pagadders, bengels uitgedost als Spaanse soldaten, gidsen ons aan de hand van een routebeschrijving van de VVV langs de bezienswaardigheden van de stad. De dertiende-eeuwse Sint Willibrordusbasiliek is wijd en zijd bekend van de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus-Passion. Hulst is de bakermat van Van den vos Reynaerde, het bekende satirische dierenverhaal uit de middeleeuwen.

Reynaert de vos

Op veel plekken in Hulst zijn verwijzingen te vinden naar Reynaert de vos, die in het dertiende-eeuwse verhaal als sluwe bandiet talloze slachtoffers maakte in het dierenrijk. Toen hij hiervoor ter dood werd veroordeeld, wist hij koning Nobel en zijn hofhouding met list en bedrog ervan te overtuigen dat hij kennis had van een schat, waarna hij wederom wist te ontsnappen, nu voorgoed.

Gezien worden in Sluis

Terug bij het beginpunt naderen we Sluis, een stad met een bourgondisch centrum, waar het erom gaat om gezien te worden. Een echte flaneerstad. We nemen het fraaie fietspad langs de Damse vaart, pakken de handmatig te bedienen veerpont De Kobus en gaan terug naar Sluis via het vijftig inwoners tellende Sint Anna ter Muiden. Het zou door Anton Pieck ontworpen kunnen zijn. Er ronddwalend kunnen we ons voorstellen hoe het leven in de middeleeuwen moet zijn geweest.