naar beneden

Scroll

OP STAP MET EEN VOLKSWAGEN T3

Retrovakantie in Frankrijk

Door allerlei omstandigheden weten we lange tijd niet wat deze zomer onze vakantiebestemming wordt. Omdat we vanwege het milieu liever niet vliegen, vallen bestemmingen buiten Europa af en Slovenië en Kroatië lijken ons te warm met onze VW T3-camper zonder airco. Vroeger was het makkelijk: je ging gewoon naar Frankrijk...

TEKST CHRISTA FICKWEILER // FOTO’S MARTIN FICKWEILER

Met veel plezier denk ik terug aan onze gezinsvakanties op Franse campings, waar we tafeltennisten, badminton en jeu de boules speelden en met keien aan het slepen waren in de rivier, waarin mijn moeder op een luchtbed lag te lezen. Hoe simpel kan het zijn? Binnen een paar minuten op Google met de zoektermen camping, zwemgelegenheid en bergen tovert Martin meerdere campings tevoorschijn waar nog plaats is. Dat geeft de doorslag, want we zijn heel laat met boeken en na een drukke periode kijken we uit naar wat rust. De term retrovakantie valt meteen en blijft een beetje hangen. We gaan met onze oude Volkswagen T3 op jaren-tachtig-vakantie naar Frankrijk, maar dan met een avontuurlijke upgrade, besluiten we.

SPANNENDE EXERCITIE

De campings boeken we zonder daar kritisch naar te kijken. Dat moment is reeds lang gepasseerd. Eenmaal ter plaatse merken we dat dit de ene keer heel goed uitpakt en soms wat minder. Het badmintonnen, lezen, rummycubben, tafeltennissen en opduiken van spulletjes uit het zwembad is natuurlijk van alle tijden en daar vermaken we ons hele dagen mee. We bezoeken nabijgelegen steden om op een terrasje te gaan lunchen met de oude vouwfietsen die we mee hebben. Ook maken we prachtige wandelingen met een wat afhoudende tiener, die op de camping had willen blijven, precies zoals we ons herinneren van onze eigen jeugd. Franse supermarkten, weekmarkten en patisserieën stellen ook nooit teleur. Tot zo ver het retrogedeelte.

De avontuurlijke upgrade voegen we toe door de ons zo geliefde bergen in te trekken. Met onze T3 blijkt dat een spannende exercitie. Onderweg naar Briançon moeten we de tweeduizend meter hoge Col du Lautaret over en al vanaf de ochtend hangt de spanning in de lucht. We weten van onze eerdere reizen naar Zwitserland en IJsland dat de T3 best wat kan hebben, maar de bus wordt ouder en de rij voertuigen bergop achter ons lijkt ieder jaar langer te worden. Ook is er een herinnering aan een tochtje omhoog in Cornwall op een smalle weg waarbij we stilvielen halverwege de klim en we achteruit de berg weer af moesten. De bezorgdheid lijkt ieder jaar groter te worden met het toegenomen piepen kraken en zuchten van onze bus. Martin verzucht maar weer eens hoe jammer het is dat er geen routeplanner is waarbij je kunt aangeven steile wegen te willen vermijden. Dan waren we misschien wel via Gap gewezen.

NADEREND ONHEIL

Als we eenmaal onderweg omhoog zijn, neemt het ronken van de luchtgekoelde motor toe en het geluid van de inzittenden af. We zitten muisstil zonder te bewegen, alert op ieder geluid en op de metertjes op het dashboard. De motor wordt heter en heter en er komt een nieuw geluid bij. Vanuit de motorruimte klinkt een onbekend ratelend geluid dat onze alertheid verder opvoert. Alsof het afkoelen van de motor niet meer lukt en de ventilator uit alle macht probeert naderend onheil af te wenden. Het piepen wordt zo schril en de temperatuur zo hoog dat we de camper stilzetten langs de kant, tot zichtbare opluchting van de sliert auto’ s die zich achter ons heeft opgehoopt.

De spanning is om te snijden en doet mij denken aan de jaren 80 op de Boulevard Périphérique, toen navigatie nog mensenwerk was. Onze grootste zorg is niet dat de vakantie anders loopt dan gepland wanneer de camper er mee zou stoppen. Viktor (11) heeft al vaker in een sleepauto gezeten dan in een vliegtuig en dat heeft vooral avontuur opgeleverd.

Wat echt vervelend zou zijn is als de camper onherstelbaar stuk zou gaan. We rijden er al 13,5 jaar mee rond en in die tijd is de bus een belangrijk onderdeel van ons leven geworden. We zijn aan de camper gehecht zoals sommige anderen dat aan een huisdier zijn. Het interieur hebben we zelf ontworpen en ingetimmerd en we hebben veel moeite gedaan onderdelen te vervangen die stuk zijn gegaan.

Het is op het heetst van de dag en de motor doet er lang over om wat af te koelen. Uiteindelijk gebeurt dat en we vervolgen zonder al te veel problemen de tocht over het laatste stuk van de pas, in de wetenschap dat we uiteindelijk toch ook weer terug moeten over diezelfde pas onderweg naar huis. Dat is gelukkig pas na een week en ondertussen staat er nog wat andere actie op het programma.

OPGELUCHT EN VOLDAAN

We hebben bedacht voor het eerst een via ferrata te beklimmen. Deze ‘ijzeren weg’ is een met staalkabels beveiligde route door steil rotsterrein. We hebben een gidsje gekocht en de benodigde beveiliging en klikken onszelf in aan het begin van de route, ons ervan bewust dat de enige weg omhoog is en dat we de aankomende anderhalf tot twee uur niet meer van de lijn af kunnen. De daarop volgende uren beklimmen we ijzeren trappen, richels en rotsen boven een hoge afgrond. De sensatie is anders dan het rotsklimmen dat we vaker doen. Het is enerzijds minder spannend, omdat we met een korte lijn vastzitten en het terrein niet extreem uitdagend en erg overzichtelijk is. Het is helder waar we ons aan kunnen vastpakken en het materiaal geeft ook veel houvast. Anderzijds is de afgrond onder ons veel dieper dan wanneer we een touwlengte rotsklimmen en hebben we niet de vrijheid ons te laten zakken. We gaan een verbintenis aan voor langere tijd, ongeacht hoe het loopt en of we het aankunnen. Gelukkig blijkt het ons goed af te gaan, met af en toe wat knikkende knieën en een schaafwond van een scherpe rotspunt. Opgelucht en voldaan bereiken we de top van het massief, waarna we lopend afdalen naar ons campertje.

IN MIST GEHULD

Voor het wildwaterraften blijkt Viktor tot zijn spijt te jong, dus dat moeten we naar een volgende keer verdagen. Wat wel kan is een beklimming van een niet al te hoge berg. Door de teleurstelling kost het ons wat moeite om Viktor te motiveren zijn rugzak op te doen voor een tocht van twee dagen naar de top van Le Rognon. We slepen alles mee wat we nodig hebben voor twee dagen, inclusief een tent, water en eten. De tocht verloopt traag maar gestaag de berg op langs weiden, bos en kuddes koeien, schapen en geiten. Uiteindelijk maken we een kamp in het laatste stuk begroeid gebied, voordat het rotsachtige stuk van de klim begint. De avond valt vroeg doordat de zon achter de rotsen verdwijnt en het wordt kil. We bereiden een gevriesdroogde maaltijd en vallen dicht tegen elkaar in slaap in het kleine tentje.

Wanneer we de volgende ochtend vroeg opstaan, is het moeilijk oriënteren waar we zijn en waar we heen moeten. De top is in mist gehuld en we kunnen maar een paar meter voor ons uit kijken. We klauteren door rotsen en puin met af en toe wat hoog, nat gras het laatste stukje berg op. Op de top maken we een foto van onszelf met het topkruis op de achtergrond, want van de omgeving en de afgrond is niets te zien. Pas wanneer we een halfuurtje onder de top zijn, lost de mist op en kunnen we uitkijken over het dal en de top waar we zojuist gestaan hebben. We dalen af onder het beluisteren van een podcast van Viktor en later naar muziek. Hij heeft de wandeling bijzonder gevonden, maar uren achtereen lopen ook wel saai. Eenmaal terug op de camping merkt hij wel dat het eten lekkerder smaakt en dat het een fijn gevoel is om naar de top in de verte te kijken, wetende dat je erop hebt gestaan.

WE HEBBEN GEBOFT MET HET WEER EN ZATEN HOOG GENOEG VOOR VERKOELING

NIEUWE ERVARINGEN

Met een even fijn gevoel rijden we uiteindelijk terug naar Nederland met een lading Franse lekkernijen onder de bank. We hebben ontzettend geboft met het weer en zaten hoog genoeg voor verkoeling, zo zuidelijk dat we niet één keer regen hebben gehad hebben terwijl we ook niets gemerkt hebben van het heftige noodweer dat elders woedde. Het was heerlijk om Frans te spreken, te eten en de vakanties uit mijn jeugd te herleven met mijn eigen gezin. Tegelijkertijd was het ook een vakantie waar in we nieuwe ervaringen opgedaan hebben en onszelf uitgedaagd hebben. Vive la France!

OP STAP MET EEN VOLKSWAGEN T3

Retro-vakantie in Frankrijk

Door allerlei omstandigheden weten we lange tijd niet wat deze zomer onze vakantiebestemming wordt. Omdat we vanwege het milieu liever niet vliegen, vallen bestemmingen buiten Europa af en Slovenië en Kroatië lijken ons te warm met onze VW T3-camper zonder airco. Vroeger was het makkelijk: je ging gewoon naar Frankrijk...

TEKST CHRISTA FICKWEILER // FOTO’S MARTIN FICKWEILER

Met veel plezier denk ik terug aan onze gezinsvakanties op Franse campings, waar we tafeltennisten, badminton en jeu de boules speelden en met keien aan het slepen waren in de rivier, waarin mijn moeder op een luchtbed lag te lezen. Hoe simpel kan het zijn? Binnen een paar minuten op Google met de zoektermen camping, zwemgelegenheid en bergen tovert Martin meerdere campings tevoorschijn waar nog plaats is. Dat geeft de doorslag, want we zijn heel laat met boeken en na een drukke periode kijken we uit naar wat rust. De term retrovakantie valt meteen en blijft een beetje hangen. We gaan met onze oude Volkswagen T3 op jaren-tachtig-vakantie naar Frankrijk, maar dan met een avontuurlijke upgrade, besluiten we.

SPANNENDE EXERCITIE

De campings boeken we zonder daar kritisch naar te kijken. Dat moment is reeds lang gepasseerd. Eenmaal ter plaatse merken we dat dit de ene keer heel goed uitpakt en soms wat minder. Het badmintonnen, lezen, rummycubben, tafeltennissen en opduiken van spulletjes uit het zwembad is natuurlijk van alle tijden en daar vermaken we ons hele dagen mee. We bezoeken nabijgelegen steden om op een terrasje te gaan lunchen met de oude vouwfietsen die we mee hebben. Ook maken we prachtige wandelingen met een wat afhoudende tiener, die op de camping had willen blijven, precies zoals we ons herinneren van onze eigen jeugd. Franse supermarkten, weekmarkten en patisserieën stellen ook nooit teleur. Tot zo ver het retrogedeelte.

De avontuurlijke upgrade voegen we toe door de ons zo geliefde bergen in te trekken. Met onze T3 blijkt dat een spannende exercitie. Onderweg naar Briançon moeten we de tweeduizend meter hoge Col du Lautaret over en al vanaf de ochtend hangt de spanning in de lucht. We weten van onze eerdere reizen naar Zwitserland en IJsland dat de T3 best wat kan hebben, maar de bus wordt ouder en de rij voertuigen bergop achter ons lijkt ieder jaar langer te worden. Ook is er een herinnering aan een tochtje omhoog in Cornwall op een smalle weg waarbij we stilvielen halverwege de klim en we achteruit de berg weer af moesten. De bezorgdheid lijkt ieder jaar groter te worden met het toegenomen piepen kraken en zuchten van onze bus. Martin verzucht maar weer eens hoe jammer het is dat er geen routeplanner is waarbij je kunt aangeven steile wegen te willen vermijden. Dan waren we misschien wel via Gap gewezen.

NADEREND ONHEIL

Als we eenmaal onderweg omhoog zijn, neemt het ronken van de luchtgekoelde motor toe en het geluid van de inzittenden af. We zitten muisstil zonder te bewegen, alert op ieder geluid en op de metertjes op het dashboard. De motor wordt heter en heter en er komt een nieuw geluid bij. Vanuit de motorruimte klinkt een onbekend ratelend geluid dat onze alertheid verder opvoert. Alsof het afkoelen van de motor niet meer lukt en de ventilator uit alle macht probeert naderend onheil af te wenden. Het piepen wordt zo schril en de temperatuur zo hoog dat we de camper stilzetten langs de kant, tot zichtbare opluchting van de sliert auto’ s die zich achter ons heeft opgehoopt.

De spanning is om te snijden en doet mij denken aan de jaren 80 op de Boulevard Périphérique, toen navigatie nog mensenwerk was. Onze grootste zorg is niet dat de vakantie anders loopt dan gepland wanneer de camper er mee zou stoppen. Viktor (11) heeft al vaker in een sleepauto gezeten dan in een vliegtuig en dat heeft vooral avontuur opgeleverd.

Wat echt vervelend zou zijn is als de camper onherstelbaar stuk zou gaan. We rijden er al 13,5 jaar mee rond en in die tijd is de bus een belangrijk onderdeel van ons leven geworden. We zijn aan de camper gehecht zoals sommige anderen dat aan een huisdier zijn. Het interieur hebben we zelf ontworpen en ingetimmerd en we hebben veel moeite gedaan onderdelen te vervangen die stuk zijn gegaan.

Het is op het heetst van de dag en de motor doet er lang over om wat af te koelen. Uiteindelijk gebeurt dat en we vervolgen zonder al te veel problemen de tocht over het laatste stuk van de pas, in de wetenschap dat we uiteindelijk toch ook weer terug moeten over diezelfde pas onderweg naar huis. Dat is gelukkig pas na een week en ondertussen staat er nog wat andere actie op het programma.

OPGELUCHT EN VOLDAAN

We hebben bedacht voor het eerst een via ferrata te beklimmen. Deze ‘ijzeren weg’ is een met staalkabels beveiligde route door steil rotsterrein. We hebben een gidsje gekocht en de benodigde beveiliging en klikken onszelf in aan het begin van de route, ons ervan bewust dat de enige weg omhoog is en dat we de aankomende anderhalf tot twee uur niet meer van de lijn af kunnen. De daarop volgende uren beklimmen we ijzeren trappen, richels en rotsen boven een hoge afgrond. De sensatie is anders dan het rotsklimmen dat we vaker doen. Het is enerzijds minder spannend, omdat we met een korte lijn vastzitten en het terrein niet extreem uitdagend en erg overzichtelijk is. Het is helder waar we ons aan kunnen vastpakken en het materiaal geeft ook veel houvast. Anderzijds is de afgrond onder ons veel dieper dan wanneer we een touwlengte rotsklimmen en hebben we niet de vrijheid ons te laten zakken. We gaan een verbintenis aan voor langere tijd, ongeacht hoe het loopt en of we het aankunnen. Gelukkig blijkt het ons goed af te gaan, met af en toe wat knikkende knieën en een schaafwond van een scherpe rotspunt. Opgelucht en voldaan bereiken we de top van het massief, waarna we lopend afdalen naar ons campertje.

IN MIST GEHULD

Voor het wildwaterraften blijkt Viktor tot zijn spijt te jong, dus dat moeten we naar een volgende keer verdagen. Wat wel kan is een beklimming van een niet al te hoge berg. Door de teleurstelling kost het ons wat moeite om Viktor te motiveren zijn rugzak op te doen voor een tocht van twee dagen naar de top van Le Rognon. We slepen alles mee wat we nodig hebben voor twee dagen, inclusief een tent, water en eten. De tocht verloopt traag maar gestaag de berg op langs weiden, bos en kuddes koeien, schapen en geiten. Uiteindelijk maken we een kamp in het laatste stuk begroeid gebied, voordat het rotsachtige stuk van de klim begint. De avond valt vroeg doordat de zon achter de rotsen verdwijnt en het wordt kil. We bereiden een gevriesdroogde maaltijd en vallen dicht tegen elkaar in slaap in het kleine tentje.

Wanneer we de volgende ochtend vroeg opstaan, is het moeilijk oriënteren waar we zijn en waar we heen moeten. De top is in mist gehuld en we kunnen maar een paar meter voor ons uit kijken. We klauteren door rotsen en puin met af en toe wat hoog, nat gras het laatste stukje berg op. Op de top maken we een foto van onszelf met het topkruis op de achtergrond, want van de omgeving en de afgrond is niets te zien. Pas wanneer we een halfuurtje onder de top zijn, lost de mist op en kunnen we uitkijken over het dal en de top waar we zojuist gestaan hebben. We dalen af onder het beluisteren van een podcast van Viktor en later naar muziek. Hij heeft de wandeling bijzonder gevonden, maar uren achtereen lopen ook wel saai. Eenmaal terug op de camping merkt hij wel dat het eten lekkerder smaakt en dat het een fijn gevoel is om naar de top in de verte te kijken, wetende dat je erop hebt gestaan.

WE HEBBEN GEBOFT MET HET WEER EN ZATEN HOOG GENOEG VOOR VERKOELING

NIEUWE ERVARINGEN

Met een even fijn gevoel rijden we uiteindelijk terug naar Nederland met een lading Franse lekkernijen onder de bank. We hebben ontzettend geboft met het weer en zaten hoog genoeg voor verkoeling, zo zuidelijk dat we niet één keer regen hebben gehad hebben terwijl we ook niets gemerkt hebben van het heftige noodweer dat elders woedde. Het was heerlijk om Frans te spreken, te eten en de vakanties uit mijn jeugd te herleven met mijn eigen gezin. Tegelijkertijd was het ook een vakantie waar in we nieuwe ervaringen opgedaan hebben en onszelf uitgedaagd hebben. Vive la France!