Als NKC-lid ontvang je 2 euro korting
op de NKC Camperroutes.
Ontdek alle routes
naar beneden
Scroll
Met surfplank en mountainbike naar Zuidwest-Engeland en Wales
Met een camper gevuld met boards en bikes en een bootticket Hoek van Holland-Harwich op zak vertrekken we naar Groot-Brittannië. Om te surfen in het zuidwesten in Cornwall en te mountainbiken in Wales .
Tekst Gijs Hardeman // foto's Gijs Hardeman en Vincent Schaap
Bekijk de route
Cirkel mooi rond
We gaan even langs bij Adrien Brough die op de route terug naar Bristol woont. We geven hem ons laatste zakje Hollandse drop als bedankje voor de leuke tips en hij geeft een uitgebreide rondleiding door zijn pottery. Omdat er in zee geen golven meer zijn, willen we op de laatste dag onderweg naar de avondboot nog een sessie surfen bij The Wave. Dan is de cirkel mooi rond. En dan ontdekken we dat vlakbij in Wales een prachtige mountainbike trail ligt. Tuurlijk gaan we daarheen. Mountainbiken in de ochtend over de onuitspreekbare Twrch trail en surfen in de middag op de advanced golf, een bijzonder mooi einde van deze Cornish campertrip.
We rollen de camper het ruim van de veerboot bij Hoek van Holland in en parkeren de wagen in de buik van het schip. Zes etages hoger in de lounge installeren we ons aan een tafeltje met een kopje koffie en klappen we voor de zoveelste keer de laptops open. We bekijken de verwachtingen voor het weer en de swell, de verwachte deining verderop op zee, die zorgt voor golven aan de kust. De grafieken en cijfers op het scherm bepalen uiteindelijk waar we naartoe gaan, want surfen is het belangrijkste doel. We willen heel graag naar Cornwall, maar als daar geen golven zijn, moeten we een alternatief zoeken.
De golven laten nog een dag op zich wachten en na het tweede kopje koffie beslissen we om eerst naar Bristol te rijden. Dat kan via een directe snelwegverbinding richting het westen en – belangrijker – daar ligt de zogenoemde The Wave. Dat is een toffe kunstmatig gecreëerde golf met een linkse en een rechtse variant. Het kost ongeveer 55 euro om een uur te surfen, maar dan pak je wel tegen de vijftien golven, die allemaal identiek zijn. Een perfecte opwarmer dus van deze trip.
de zon staat
op standje
zuid-frankrijk
Lekker sfeertje
Nadat we langs de douane zijn geweest, rijden we nog drie uur door, passeren Londen en maken voor het eerst kennis met de Engelse big brother van de parkeerplaatsen. Op veel tankstations staan camera’s die je kenteken registreren. Blijf je langer dan twee uur staan, dan krijg je een boete. Gelukkig kun je ook het nachttarief betalen en dan mag je er slapen. Het duurt even voordat we dit allemaal door hebben en we zijn kapot als we eindelijk gaan slapen. Maar niet voordat we een wanhopig Engels stel op leeftijd uitleggen dat je ook bij een balie kan betalen. Ze zijn al anderhalf uur in de weer met de parkeerapp. Iets dat ons helaas ook nog staat te wachten later deze trip.
De volgende morgen hangt bij The Wave een lekker sfeertje en lopen beginnende en gevorderde surfers door elkaar heen. De zon staat op standje Zuid-Frankrijk en we pakken onze eerste golven van de trip. In zoet water, dat is altijd gek en ondanks dat we het leuk vinden, zijn we om een bijzondere reden blij dat er geen kunstmatige golf in onze eigen achtertuin ligt. “Ik zou hier al mijn geld naartoe brengen”, zegt reisgenoot Vincent op de wandeling terug naar de parkeerplaats. Het komende uur zit hij alle filmpjes te bekijken die tijdens de sessie automatisch van elke surfer gemaakt worden. “Echt een goede plek om beter te leren surfen.”
Mooie uitzichtpunten
We rijden via Devon Cornwall binnen. Eindelijk. Cornwall stond al heel lang op mijn wensenlijst om te bezoeken met de camper. Voor surfers zijn er in Europa een paar kustlijnen waar je een keer golven gepakt wil hebben. Die van Galicië, Baskenland en de hele Franse kust ten noorden van Biarritz. En dus die van Cornwall in Zuid-Engeland. Hier wordt al honderd jaar gesurft en als het meezit, is er altijd wel ergens een golf. Het leven buiten de zee is met mooie uitzichtpunten, pubs en festivals ook de moeite waard. We gaan op bezoek bij Martijn Ronday, een studievriend die speciaal voor de surf naar dit deel van de wereld verhuisde met zijn jonge gezin. We slapen op zijn oprit en brengen de avond natuurlijk op het strand door.
Ronday is Captain van de lokale club Surf Life Saving Cornwall op het strand. “Zoiets als een CEO bij een bedrijf. Maar in de praktijk moet ik er vooral voor zorgen dat het paviljoen aan het eind van de dag netjes wordt achtergelaten, dus ik ruim de meeste rommel op.”
we blijven erin tot de rode zon is opgeslokt door de blauwe horizon
Sociale sport
We maken een verenigingsavond mee zoals wij die kennen bij hockey en voetbal, alleen gebeurt bij deze sport alles op het strand en in de zee. Mensen zijn met een grote roeisloep aan het trainen in de branding. Tientallen veteranen blijven fit door meerdere keren met een prone board – een grote, dikke surfplank, die wordt gebruikt om drenkelingen uit zee te halen – de zee in te rennen, een stuk te peddelen om een boei en weer terug te komen. De snelste wint.
Het is vooral ook een sociale sport, blijkt als de barbecue voor het eerst dit seizoen aan gaat. Zelf duiken we ook even met longboards het zoute nat in. Van Ronday en zijn Engelse vrienden krijgen we de tip om morgen naar Gwenver door te rijden. “Ah you’ll love it! Best beach in the whole damn place.” Er schijnt een prachtige boerencamping te zijn vanwaar je in tien minuten naar het strand loopt met je board onder de arm.
Golven van Gwenver
Je hebt mensen die campertrips tot in de puntjes voorbereiden en precies weten waar en wanneer ze ergens zijn, wat ze willen zien en doen. Ik ben het tegenovergestelde, met een vaag einddoel ben ik superflexibel. Daarmee kom ik op verrassende plekken en ik laat me vooral leiden door tips van mensen die ik tegenkom op reis. Dus rijden wij door naar Gwenver. De swellkaarten zijn nog steeds niet helemaal gunstig, maar als we geïnstalleerd zijn op de camping en met onze boards naar het strand lopen, komen we door een soort natuurlijke tunnel van begroeiing, waarna we de zee zien. We krijgen het allermooiste cadeau dat een surfer wensen kan: onverwacht goede golven in een fenomenaal panorama. We lopen door hoog gras en de geur van look naar beneden en zien alleen maar mooie, cleane lijnen in de zee. Er zijn bijna geen andere surfers, nog zo’n geschenk. Deze sessie wordt er een om nooit te vergeten. De golven zijn strak en krachtig, de ritjes lang en we blijven erin tot de rode zon is opgeslokt door de blauwe horizon.
er zijn bijna geen toeristen, wat een plek
herdenkingsteken
Met een grote glimlach kleden we ons op het strand weer om en raken aan de praat met Adrien Brough, die ook met zijn camper op de camping staat. Hij woont in Cornwall en strooit met tips wat we de komende dagen nog kunnen doen en wat we vooral niet moeten doen. “Ga niet naar Land's End, maar naar Cape Cornwall. Even mooi, zonder de tourist trap. En er is een foodfestival in Porthleven en dan kom je ook langs St Michael’s Mount. En ga een biertje drinken bij de Star Inn in St Just.”
We besluiten het lijstje van Brough af te vinken. We bezoeken Cape Cornwall waar idyllisch een understatement blijkt te zijn. Een aanrijroute langs een golfbaan, uitzicht op grote rotsen in de zee en een herdenkingsteken boven op de klif bij zee. De baai zelf is gevuld met rotsen met eromheen zeewier, er liggen vissersbootjes, er staan twee oude Land Rovers en er zijn bijna geen toeristen. Wat een plek.
Schrikdraad om de bar
Eenmaal terug op de camping lopen we weer naar beneden met boards onder onze armen. Er is iets geks aan de hand. De zon schijnt nog, maar in de verte komt een onheilspellende dikke rollende mist aanzetten. Vanuit ervaring thuis in Egmond weet ik dat dit ijskoude zeemist kan zijn. In het water aanschouwen we een bizar beeld. Het lijkt alsof de landtong verderop, daar waar Land's End ligt, volledig wordt opgeslokt. Het Engelse woord eerie is een perfecte omschrijving. De mist lijkt ons weg te willen sturen en de golven zijn niet surfbaar meer.
Die avond fietsen we met tien meter zicht naar de Star Inn in St Just voor een onvervalste ruige Cornish night met pints, locals en een beruchte eigenaar. Brough had ons al gewaarschuwd voor deze Johnny McFadden: “In coronatijd had hij schrikdraad om de bar gezet, zodat je niet dichtbij kwam.” Die afstandsregels gelden nu niet meer, maar dat hij berucht is, maken we mee als hij de muziek uitzet en de kroeg toespreekt: “Okay, everybody shut the f*ck up. We zijn hier met veel vreemdelingen. En we moeten ze leren kennen. Ik ga een nummer opzetten en wie niet meezingt is f*cking out!” Even later schreeuwt de kroeg het uit op Bohemian Rhapsody van Queen. De kroegbaas hangt intussen om onze schouders, heeft ons twee verse glazen Guinness gegeven ‘on the house’ en we proosten op ‘the Dutch!’
we zijn hier
met veel vreemdelingen
Food Festival
In Porthleven zetten we de camper op een gigantisch boerenveld en slapen voor een keurige 18 pond met uitzicht op niemand. Er zijn wel veel kampeerders in verband met het Food Festival en dus trekken we het dorp in. Het is een mooi dorpje, met karakteristieke huisjes, een kerktoren en een haven. Door de uitstraling van het dorp hadden we op het gebied van eten iets chiquere foodtrucks verwacht, maar we vinden wel wat lekkers. En het is maar goed dat alle pubs hier om elf uur dicht gaan en dus ook festivals vroeg zijn afgelopen, want pints kun je overal krijgen.
Behoorlijk fris rijden we de volgende dag weer door Cornwall over smalle weggetjes, langs historische tinmijnen, waar vroeger tot honderden meters onder zee tin werd gedolven. In de achttiende en negentiende eeuw was Cornwall ’s werelds belangrijkste tinproducerende regio. Bij de intensieve mijnbouw gingen schachten soms tot wel vijfhonderd meter onder de zeespiegel.
Bekijk de route
Cirkel mooi rond
We gaan even langs bij Adrien Brough die op de route terug naar Bristol woont. We geven hem ons laatste zakje Hollandse drop als bedankje voor de leuke tips en hij geeft een uitgebreide rondleiding door zijn pottery. Omdat er in zee geen golven meer zijn, willen we op de laatste dag onderweg naar de avondboot nog een sessie surfen bij The Wave. Dan is de cirkel mooi rond. En dan ontdekken we dat vlakbij in Wales een prachtige mountainbike trail ligt. Tuurlijk gaan we daarheen. Mountainbiken in de ochtend over de onuitspreekbare Twrch trail en surfen in de middag op de advanced golf, een bijzonder mooi einde van deze Cornish campertrip.
Met surfplank en mountainbike naar Zuidwest-Engeland en Wales
Met een camper gevuld met boards en bikes en een bootticket Hoek van Holland-Harwich op zak vertrekken we naar Groot-Brittannië. Om te surfen in het zuidwesten in Cornwall en te mountainbiken in Wales .
Tekst Gijs Hardeman // foto's Gijs Hardeman en Vincent Schaap
We rollen de camper het ruim van de veerboot bij Hoek van Holland in en parkeren de wagen in de buik van het schip. Zes etages hoger in de lounge installeren we ons aan een tafeltje met een kopje koffie en klappen we voor de zoveelste keer de laptops open. We bekijken de verwachtingen voor het weer en de swell, de verwachte deining verderop op zee, die zorgt voor golven aan de kust. De grafieken en cijfers op het scherm bepalen uiteindelijk waar we naartoe gaan, want surfen is het belangrijkste doel. We willen heel graag naar Cornwall, maar als daar geen golven zijn, moeten we een alternatief zoeken.
De golven laten nog een dag op zich wachten en na het tweede kopje koffie beslissen we om eerst naar Bristol te rijden. Dat kan via een directe snelwegverbinding richting het westen en – belangrijker – daar ligt de zogenoemde The Wave. Dat is een toffe kunstmatig gecreëerde golf met een linkse en een rechtse variant. Het kost ongeveer 55 euro om een uur te surfen, maar dan pak je wel tegen de vijftien golven, die allemaal identiek zijn. Een perfecte opwarmer dus van deze trip.
de zon staat
op standje
zuid-frankrijk
Lekker sfeertje
Nadat we langs de douane zijn geweest, rijden we nog drie uur door, passeren Londen en maken voor het eerst kennis met de Engelse big brother van de parkeerplaatsen. Op veel tankstations staan camera’s die je kenteken registreren. Blijf je langer dan twee uur staan, dan krijg je een boete. Gelukkig kun je ook het nachttarief betalen en dan mag je er slapen. Het duurt even voordat we dit allemaal door hebben en we zijn kapot als we eindelijk gaan slapen. Maar niet voordat we een wanhopig Engels stel op leeftijd uitleggen dat je ook bij een balie kan betalen. Ze zijn al anderhalf uur in de weer met de parkeerapp. Iets dat ons helaas ook nog staat te wachten later deze trip.
De volgende morgen hangt bij The Wave een lekker sfeertje en lopen beginnende en gevorderde surfers door elkaar heen. De zon staat op standje Zuid-Frankrijk en we pakken onze eerste golven van de trip. In zoet water, dat is altijd gek en ondanks dat we het leuk vinden, zijn we om een bijzondere reden blij dat er geen kunstmatige golf in onze eigen achtertuin ligt. “Ik zou hier al mijn geld naartoe brengen”, zegt reisgenoot Vincent op de wandeling terug naar de parkeerplaats. Het komende uur zit hij alle filmpjes te bekijken die tijdens de sessie automatisch van elke surfer gemaakt worden. “Echt een goede plek om beter te leren surfen.”
Mooie uitzichtpunten
We rijden via Devon Cornwall binnen. Eindelijk. Cornwall stond al heel lang op mijn wensenlijst om te bezoeken met de camper. Voor surfers zijn er in Europa een paar kustlijnen waar je een keer golven gepakt wil hebben. Die van Galicië, Baskenland en de hele Franse kust ten noorden van Biarritz. En dus die van Cornwall in Zuid-Engeland. Hier wordt al honderd jaar gesurft en als het meezit, is er altijd wel ergens een golf. Het leven buiten de zee is met mooie uitzichtpunten, pubs en festivals ook de moeite waard. We gaan op bezoek bij Martijn Ronday, een studievriend die speciaal voor de surf naar dit deel van de wereld verhuisde met zijn jonge gezin. We slapen op zijn oprit en brengen de avond natuurlijk op het strand door.
Ronday is Captain van de lokale club Surf Life Saving Cornwall op het strand. “Zoiets als een CEO bij een bedrijf. Maar in de praktijk moet ik er vooral voor zorgen dat het paviljoen aan het eind van de dag netjes wordt achtergelaten, dus ik ruim de meeste rommel op.”
we blijven erin tot de rode zon is opgeslokt door de blauwe horizon
Sociale sport
We maken een verenigingsavond mee zoals wij die kennen bij hockey en voetbal, alleen gebeurt bij deze sport alles op het strand en in de zee. Mensen zijn met een grote roeisloep aan het trainen in de branding. Tientallen veteranen blijven fit door meerdere keren met een prone board – een grote, dikke surfplank, die wordt gebruikt om drenkelingen uit zee te halen – de zee in te rennen, een stuk te peddelen om een boei en weer terug te komen. De snelste wint.
Het is vooral ook een sociale sport, blijkt als de barbecue voor het eerst dit seizoen aan gaat. Zelf duiken we ook even met longboards het zoute nat in. Van Ronday en zijn Engelse vrienden krijgen we de tip om morgen naar Gwenver door te rijden. “Ah you’ll love it! Best beach in the whole damn place.” Er schijnt een prachtige boerencamping te zijn vanwaar je in tien minuten naar het strand loopt met je board onder de arm.
Golven van Gwenver
Je hebt mensen die campertrips tot in de puntjes voorbereiden en precies weten waar en wanneer ze ergens zijn, wat ze willen zien en doen. Ik ben het tegenovergestelde, met een vaag einddoel ben ik superflexibel. Daarmee kom ik op verrassende plekken en ik laat me vooral leiden door tips van mensen die ik tegenkom op reis. Dus rijden wij door naar Gwenver. De swellkaarten zijn nog steeds niet helemaal gunstig, maar als we geïnstalleerd zijn op de camping en met onze boards naar het strand lopen, komen we door een soort natuurlijke tunnel van begroeiing, waarna we de zee zien. We krijgen het allermooiste cadeau dat een surfer wensen kan: onverwacht goede golven in een fenomenaal panorama. We lopen door hoog gras en de geur van look naar beneden en zien alleen maar mooie, cleane lijnen in de zee. Er zijn bijna geen andere surfers, nog zo’n geschenk. Deze sessie wordt er een om nooit te vergeten. De golven zijn strak en krachtig, de ritjes lang en we blijven erin tot de rode zon is opgeslokt door de blauwe horizon.
er zijn bijna geen toeristen, wat een plek
herdenkingsteken
Met een grote glimlach kleden we ons op het strand weer om en raken aan de praat met Adrien Brough, die ook met zijn camper op de camping staat. Hij woont in Cornwall en strooit met tips wat we de komende dagen nog kunnen doen en wat we vooral niet moeten doen. “Ga niet naar Land's End, maar naar Cape Cornwall. Even mooi, zonder de tourist trap. En er is een foodfestival in Porthleven en dan kom je ook langs St Michael’s Mount. En ga een biertje drinken bij de Star Inn in St Just.”
We besluiten het lijstje van Brough af te vinken. We bezoeken Cape Cornwall waar idyllisch een understatement blijkt te zijn. Een aanrijroute langs een golfbaan, uitzicht op grote rotsen in de zee en een herdenkingsteken boven op de klif bij zee. De baai zelf is gevuld met rotsen met eromheen zeewier, er liggen vissersbootjes, er staan twee oude Land Rovers en er zijn bijna geen toeristen. Wat een plek.
we zijn hier
met veel vreemdelingen
Schrikdraad om de bar
Eenmaal terug op de camping lopen we weer naar beneden met boards onder onze armen. Er is iets geks aan de hand. De zon schijnt nog, maar in de verte komt een onheilspellende dikke rollende mist aanzetten. Vanuit ervaring thuis in Egmond weet ik dat dit ijskoude zeemist kan zijn. In het water aanschouwen we een bizar beeld. Het lijkt alsof de landtong verderop, daar waar Land's End ligt, volledig wordt opgeslokt. Het Engelse woord eerie is een perfecte omschrijving. De mist lijkt ons weg te willen sturen en de golven zijn niet surfbaar meer.
Die avond fietsen we met tien meter zicht naar de Star Inn in St Just voor een onvervalste ruige Cornish night met pints, locals en een beruchte eigenaar. Brough had ons al gewaarschuwd voor deze Johnny McFadden: “In coronatijd had hij schrikdraad om de bar gezet, zodat je niet dichtbij kwam.” Die afstandsregels gelden nu niet meer, maar dat hij berucht is, maken we mee als hij de muziek uitzet en de kroeg toespreekt: “Okay, everybody shut the f*ck up. We zijn hier met veel vreemdelingen. En we moeten ze leren kennen. Ik ga een nummer opzetten en wie niet meezingt is f*cking out!” Even later schreeuwt de kroeg het uit op Bohemian Rhapsody van Queen. De kroegbaas hangt intussen om onze schouders, heeft ons twee verse glazen Guinness gegeven ‘on the house’ en we proosten op ‘the Dutch!’
Food Festival
In Porthleven zetten we de camper op een gigantisch boerenveld en slapen voor een keurige 18 pond met uitzicht op niemand. Er zijn wel veel kampeerders in verband met het Food Festival en dus trekken we het dorp in. Het is een mooi dorpje, met karakteristieke huisjes, een kerktoren en een haven. Door de uitstraling van het dorp hadden we op het gebied van eten iets chiquere foodtrucks verwacht, maar we vinden wel wat lekkers. En het is maar goed dat alle pubs hier om elf uur dicht gaan en dus ook festivals vroeg zijn afgelopen, want pints kun je overal krijgen.
Behoorlijk fris rijden we de volgende dag weer door Cornwall over smalle weggetjes, langs historische tinmijnen, waar vroeger tot honderden meters onder zee tin werd gedolven. In de achttiende en negentiende eeuw was Cornwall ’s werelds belangrijkste tinproducerende regio. Bij de intensieve mijnbouw gingen schachten soms tot wel vijfhonderd meter onder de zeespiegel.
Als NKC-lid ontvang je 2 euro korting
op de NKC Camperroutes.
Ontdek alle routes