naar beneden
Scroll
NEDERLAND EN HET WATER
Nederland en water horen bij elkaar, al vele eeuwen. Nederland was en is dan ook een ster in het bedenken van manieren om dat water te beteugelen en kent daardoor vele waterwerken en watergerelateerde musea, die een bezoek waard zijn.
TEKST AGNES JEURNINK // FOTO’S AGNES JEURNINK E.A.
ZIJPER MUSEUM, SCHAGERBRUG
Leonardo da Vinci van het Noorden
Het Zijper Museum vertelt een bijzonder verhaal. Zo’n vijfduizend jaar geleden ontstonden de strandwallen aan de Noordzeekustlijn, met daarachter veengebieden. Deze veengebieden begon men in de vroege middeleeuwen al te ontginnen, waardoor de zee bij storm door de smalle strandwal brak en nog meer veen wegsloeg. Zo ontstond een groot waddengebied aan de Noord-Hollandse kust. In de volgende eeuwen verzandde het gebied weer en dacht men na over bedijking. Tot serieuze plannen kwam het echter niet, want het was te duur of toch te moeilijk.
Dat veranderde in het midden van de zestiende eeuw, toen er behalve bescherming tegen het water ook het argument voor meer landbouwgrond bij kwam. Zo kwam Jan van Scorel in beeld. De hele geschiedenis wordt in het museum uitgelegd aan de hand van kaarten, schilderijen en verhalen en die geschiedenis leest als een spannend jongensboek.
Jan van Scorel, kunstschilder, technicus en zakenman ging op reis door Europa en zag in Italië hoe moerassen worden drooggelegd. Dat deed hem denken aan thuis. Hij verdiepte zich in de studies en waterbouwkundige werken van Leonardo da Vinci en wilde het enorme gebied tussen Texel, Wieringen, Schagen en Petten bedijken. Nova Roma, noemde hij zijn plan. Het geld hiervoor haalde hij op bij de beurs in Antwerpen. In 1552 startte hij met het werk, maar de aangelegde dijken begaven het bij de eerste de beste storm. Pas de vierde bedijking in 1597 bracht de definitieve drooglegging van de Zijpe. In het tweede deel van het museum leren we over het leven in de polder en maken we kennis met landarbeiders, kooikers, vogelvangers, marskramers en natuurlijk akkerbouwers.
PER UUR GING ER BIJ DE CRUQUIUS 800 KILOGRAM STEENKOOL DOORHEEN
CRUQUIUS MUSEUM, CRUQUIUS
Gebouwd voor de eeuwigheid
Het Haarlemmermeer, ontstaan door veenafgraving, was het grootste binnenmeer van Nederland. De steden Leiden en Haarlem verdienden fors aan de visrechten en het water werd gebruikt om de grachten te spoelen. Dus plannen voor droogmaking die er al vanaf de zeventiende eeuw waren kwamen niet van de grond. Maar in 1836 werd de overstromingsdreiging toch echt te groot en besloot Koning Willem I voor droogmaking met stoomgemalen. In 1840 startte de aanleg van de 63 kilometer lange ringvaart en de ringdijk. Acht jaar werd er gewerkt met schoppen en kruiwagens.
Als we komen aanrijden zien we dat De Cruquius een indrukwekkend gebouw is met acht opvallende gietijzeren balansarmen. In het museum leren we dat het is gebouwd voor de eeuwigheid, met alleen de beste materialen en ook esthetisch was het een prestigeproject. Koning Willem II bepaalde dat het in neogotische stijl gebouwd moest worden, met bogen en kantelen. Binnen zien we ook een prachtige gietijzeren wenteltrap. Indrukwekkend, en dat zijn de getallen ook. Vanaf 1849 pompte De Cruquius samen met de stoomgemalen Leeghwater en De Lynden in vier jaar tijd het meer droog. Toen was er 800 miljoen kubieke meter water omhoog gepompt. De Cruquius met de grootste stoommachine ter wereld heeft acht pompen die werken volgens het principe van een handpomp. Per uur ging er 800 kilogram steenkool doorheen.
Rondlopende gidsen vertellen met passie over de technische kant van het gemaal. En de beelden, kaarten en verhalen doen de rest. Zo horen we over de ketelbikkers: kleine jongens die de stookketels van binnen moesten schoonbikken.
ZUIDERZEEMUSEUM, ENKHUIZEN
De schatkamer van de Zuiderzee
We parkeren de camper op de aangewezen parkeerplaats in Enkhuizen en mogen met de boot naar het Zuiderzeemuseum. Een leuke start van onze ontdekkingstocht door het naast het centrum gelegen museum.
In 1932 werd het laatste gat van de Afsluitdijk gedicht en ontstond het IJsselmeer. De Zuiderzee was verleden tijd en Nederland was weer een stukje veiliger. Er veranderde veel voor de bewoners aan de voormalige Zuiderzee en in die periode ontstonden dan ook al de ideeën om de cultuur, de geschiedenis en de klederdrachten van de bewoners van het Zuiderzeegebied in een museum te bewaren. In 1948 opende het binnenmuseum en in 1983 volgde het buitenmuseum. In een film zien we hoe de verschillende gebouwen het museumterrein bereikten over de weg met trailers, maar ook via het water op pontons.
Al wandelend worden we meegenomen terug in de tijd met licht, geluid en bewegende poppen. Zelfs ons reukorgaan mag meedoen, want de potjes bruine bonen met spek staan heerlijk te pruttelen in de verschillende keukens. En natuurlijk wordt er vis gerookt. We ontmoeten de zogenaamde bewoners van Urk, die hun rol met verve spelen. En we genieten van de verschillende ambachtslieden en hun verhalen.
Dan is het tijd voor het binnenmuseum, de schatkamer van de Zuiderzee, die start met de Schepenhal vol historische boten. Natuurlijk komen ook de verschillende klederdrachten aan bod, maar het meest indrukwekkend blijven toch wel de vele verhalen van de bewoners die worden verteld door film, foto’s en voorwerpen.
FOTO © Topview fotografie
KONING WILLEM-ALEXANDER HEEFT DE SLUIS OP
26 JANUARI 2022 GEOPEND
ZEESLUIS IJMUIDEN, IJMUIDEN
Grote getallen en problemen
De grootste zeesluis van de wereld ligt in het Noordzeekanaal bij IJmuiden. Deze zorgt ervoor dat de havens van Amsterdam en de achterlandverbindingen bereikbaar zijn vanuit de Noordzee. “Daar lag natuurlijk al een zeesluis, de Noordersluis, maar die was echt aan vervanging toe”, vertelt de gids ons aan het begin van de rondleiding. In de filmzaal van het IJmuider Zee- en Havenmuseum probeert hij ons wegwijs te maken in de wereld van het sluizencomplex bij IJmuiden. We geven aan dat de vele getallen en technische zaken voor ons niet zo makkelijk te begrijpen zijn. “En dan moeten de probleemverhalen nog komen”, reageert de gids.
Veertienduizend passages heeft het sluizencomplex jaarlijks te verwerken. De bestaande Noordersluis was inmiddels zo’n honderd jaar oud en te klein. Na veel wikken en wegen is niet gekozen voor renovatie, maar voor een nieuwe zeesluis. Deze is zeventig meter breed, vijfhonderd meter lang en achttien meter diep. Op 26 januari 2022 heeft Koning Willem-Alexander de sluis officieel geopend.
Nog voordat we echt op pad gaan om de zeesluis te bekijken, vertelt de gids dat de afgelopen jaren, na een voorbereidingstijd van meer dan twintig jaar, er nogal wat is veranderd. Zo moeten vanwege klimaatverandering de dijken van het Noordzeekanaal versterkt worden en ook bij de sluis moest men daar rekening mee houden. Waar ook even niet aan was gedacht, is de grotere hoeveelheid zout water die bij iedere doorgang het Noordzeekanaal instroomt. Door de droge zomers dreigden zelfs de Amsterdamse grachten te verzouten. Als we op het sluizencomplex lopen, is men druk bezig met de bouw van een zoutdam. Tot die is voltooid, mag de zeesluis maar beperkt gebruikt worden. Schepen zien we dan ook niet door de sluis gaan. Wel zien we industrie, fossiele industrie. “Daar is de capaciteit van de zeesluis vooral op gebaseerd”, verhaalt de gids. “Maar laat de gemeente Amsterdam nu een einddatum hebben genoemd voor de aanvoer en doorvoer van die fossiele brandstoffen. Zie hier het volgende probleem. Misschien is waterstof het toverwoord, de toekomst zal het leren.”
HET IS EEN VREEMDE GEWAARWORDING, EEN BRUG ZO MIDDEN IN HET WEILAND
Bekijk de route
HOOGWATERGEUL, VEESSEN
Ruimte voor de rivier
Door de eeuwen heen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen: om de mensen te beschermen werden de dijken steeds hoger en steviger gemaakt. Nu weten we dat het klimaat verandert en het steeds vaker en meer regent en rivieren nog meer water te verwerken krijgen. In 1993 en 1995 moesten vanwege hoge waterstanden mensen en dieren geëvacueerd worden en werd duidelijk dat er meer actie nodig was. Er ontstonden nieuwe inzichten: de rivieren moeten meer ruimte krijgen. Op vierendertig plekken langs de IJssel, de Waal, de Nederrijn en de Lek zijn inmiddels maatregelen genomen. Een heel bijzonder project is de Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld. Om de dorpen en steden langs de IJssel te beschermen tegen overstromingen, legde het waterschap een acht kilometer lange hoogwatergeul aan.
We starten onze ontdekkingstocht bij het inlaatwerk bij Veessen. Hier is een brug gebouwd met een bijna achthonderd meter lange inlaatdrempel. Het is een vreemde gewaarwording, een brug zo midden in het weiland. Velen zal het misschien niet eens opvallen, maar wij bekijken die inlaat natuurlijk even. Als het IJsselwater een hoogte van 5,65 meter boven NAP bij de inlaat bereikt, gaat deze open. De geul stroomt dan vol en het water zal met de stroming van de IJssel meegaan. De waterstand in de IJssel daalt hierdoor 71 centimeter bij Veessen. Dit gebeurt gemiddeld één keer in een mensenleven. Althans dat zijn de voorspellingen nu, maar we weten allemaal dat de situatie snel kan veranderen. Zo werd in december 2023 bij hoogwater de inlaat weliswaar niet gebruikt, maar wel in gereedheid gebracht. Dat is nu niet het geval: we zien dat de hydraulische cilinders niet zijn vastgemaakt aan de kleppen. De IJssel stroomt verderop dan ook rustig in de eigen bedding.
We pakken de fiets en rijden over het fietspad naar Wapenveld. Onderweg lezen we de verschillende infoborden en kijken rechts naast ons naar de landbouwgronden. Terug fietsen we deels langs de IJssel en zelfs nog door de hoogwatergeul, want momenteel dreigt er geen gevaar.
Ontdek een stukje van ons mooie vakantieland met een van de zeven camperroutes door Nederland
Bekijk de routes
ZEESLUIS IJMUIDEN, IJMUIDEN
Grote getallen en problemen
De grootste zeesluis van de wereld ligt in het Noordzeekanaal bij IJmuiden. Deze zorgt ervoor dat de havens van Amsterdam en de achterlandverbindingen bereikbaar zijn vanuit de Noordzee. “Daar lag natuurlijk al een zeesluis, de Noordersluis, maar die was echt aan vervanging toe”, vertelt de gids ons aan het begin van de rondleiding. In de filmzaal van het IJmuider Zee- en Havenmuseum probeert hij ons wegwijs te maken in de wereld van het sluizencomplex bij IJmuiden. We geven aan dat de vele getallen en technische zaken voor ons niet zo makkelijk te begrijpen zijn. “En dan moeten de probleemverhalen nog komen”, reageert de gids.
Veertienduizend passages heeft het sluizencomplex jaarlijks te verwerken. De bestaande Noordersluis was inmiddels zo’n honderd jaar oud en te klein. Na veel wikken en wegen is niet gekozen voor renovatie, maar voor een nieuwe zeesluis. Deze is zeventig meter breed, vijfhonderd meter lang en achttien meter diep. Op 26 januari 2022 heeft Koning Willem-Alexander de sluis officieel geopend.
Nog voordat we echt op pad gaan om de zeesluis te bekijken, vertelt de gids dat de afgelopen jaren, na een voorbereidingstijd van meer dan twintig jaar, er nogal wat is veranderd. Zo moeten vanwege klimaatverandering de dijken van het Noordzeekanaal versterkt worden en ook bij de sluis moest men daar rekening mee houden. Waar ook even niet aan was gedacht, is de grotere hoeveelheid zout water die bij iedere doorgang het Noordzeekanaal instroomt. Door de droge zomers dreigden zelfs de Amsterdamse grachten te verzouten. Als we op het sluizencomplex lopen, is men druk bezig met de bouw van een zoutdam. Tot die is voltooid, mag de zeesluis maar beperkt gebruikt worden. Schepen zien we dan ook niet door de sluis gaan. Wel zien we industrie, fossiele industrie. “Daar is de capaciteit van de zeesluis vooral op gebaseerd”, verhaalt de gids. “Maar laat de gemeente Amsterdam nu een einddatum hebben genoemd voor de aanvoer en doorvoer van die fossiele brandstoffen. Zie hier het volgende probleem. Misschien is waterstof het toverwoord, de toekomst zal het leren.”
FOTO © Topview fotografie
KONING WILLEM-ALEXANDER HEEFT DE SLUIS OP
26 JANUARI 2022 GEOPEND
ZUIDERZEEMUSEUM, ENKHUIZEN
De schatkamer van de Zuiderzee
We parkeren de camper op de aangewezen parkeerplaats in Enkhuizen en mogen met de boot naar het Zuiderzeemuseum. Een leuke start van onze ontdekkingstocht door het naast het centrum gelegen museum.
In 1932 werd het laatste gat van de Afsluitdijk gedicht en ontstond het IJsselmeer. De Zuiderzee was verleden tijd en Nederland was weer een stukje veiliger. Er veranderde veel voor de bewoners aan de voormalige Zuiderzee en in die periode ontstonden dan ook al de ideeën om de cultuur, de geschiedenis en de klederdrachten van de bewoners van het Zuiderzeegebied in een museum te bewaren. In 1948 opende het binnenmuseum en in 1983 volgde het buitenmuseum. In een film zien we hoe de verschillende gebouwen het museumterrein bereikten over de weg met trailers, maar ook via het water op pontons.
Al wandelend worden we meegenomen terug in de tijd met licht, geluid en bewegende poppen. Zelfs ons reukorgaan mag meedoen, want de potjes bruine bonen met spek staan heerlijk te pruttelen in de verschillende keukens. En natuurlijk wordt er vis gerookt. We ontmoeten de zogenaamde bewoners van Urk, die hun rol met verve spelen. En we genieten van de verschillende ambachtslieden en hun verhalen.
Dan is het tijd voor het binnenmuseum, de schatkamer van de Zuiderzee, die start met de Schepenhal vol historische boten. Natuurlijk komen ook de verschillende klederdrachten aan bod, maar het meest indrukwekkend blijven toch wel de vele verhalen van de bewoners die worden verteld door film, foto’s en voorwerpen.
ZIJPER MUSEUM, SCHAGERBRUG
Leonardo da Vinci van het Noorden
Het Zijper Museum vertelt een bijzonder verhaal. Zo’n vijfduizend jaar geleden ontstonden de strandwallen aan de Noordzeekustlijn, met daarachter veengebieden. Deze veengebieden begon men in de vroege middeleeuwen al te ontginnen, waardoor de zee bij storm door de smalle strandwal brak en nog meer veen wegsloeg. Zo ontstond een groot waddengebied aan de Noord-Hollandse kust. In de volgende eeuwen verzandde het gebied weer en dacht men na over bedijking. Tot serieuze plannen kwam het echter niet, want het was te duur of toch te moeilijk.
Dat veranderde in het midden van de zestiende eeuw, toen er behalve bescherming tegen het water ook het argument voor meer landbouwgrond bij kwam. Zo kwam Jan van Scorel in beeld. De hele geschiedenis wordt in het museum uitgelegd aan de hand van kaarten, schilderijen en verhalen en die geschiedenis leest als een spannend jongensboek.
Jan van Scorel, kunstschilder, technicus en zakenman ging op reis door Europa en zag in Italië hoe moerassen worden drooggelegd. Dat deed hem denken aan thuis. Hij verdiepte zich in de studies en waterbouwkundige werken van Leonardo da Vinci en wilde het enorme gebied tussen Texel, Wieringen, Schagen en Petten bedijken. Nova Roma, noemde hij zijn plan. Het geld hiervoor haalde hij op bij de beurs in Antwerpen. In 1552 startte hij met het werk, maar de aangelegde dijken begaven het bij de eerste de beste storm. Pas de vierde bedijking in 1597 bracht de definitieve drooglegging van de Zijpe. In het tweede deel van het museum leren we over het leven in de polder en maken we kennis met landarbeiders, kooikers, vogelvangers, marskramers en natuurlijk akkerbouwers.
CRUQUIUS MUSEUM, CRUQUIUS
Gebouwd voor de eeuwigheid
Het Haarlemmermeer, ontstaan door veenafgraving, was het grootste binnenmeer van Nederland. De steden Leiden en Haarlem verdienden fors aan de visrechten en het water werd gebruikt om de grachten te spoelen. Dus plannen voor droogmaking die er al vanaf de zeventiende eeuw waren kwamen niet van de grond. Maar in 1836 werd de overstromingsdreiging toch echt te groot en besloot Koning Willem I voor droogmaking met stoomgemalen. In 1840 startte de aanleg van de 63 kilometer lange ringvaart en de ringdijk. Acht jaar werd er gewerkt met schoppen en kruiwagens.
Als we komen aanrijden zien we dat De Cruquius een indrukwekkend gebouw is met acht opvallende gietijzeren balansarmen. In het museum leren we dat het is gebouwd voor de eeuwigheid, met alleen de beste materialen en ook esthetisch was het een prestigeproject. Koning Willem II bepaalde dat het in neogotische stijl gebouwd moest worden, met bogen en kantelen. Binnen zien we ook een prachtige gietijzeren wenteltrap. Indrukwekkend, en dat zijn de getallen ook. Vanaf 1849 pompte De Cruquius samen met de stoomgemalen Leeghwater en De Lynden in vier jaar tijd het meer droog. Toen was er 800 miljoen kubieke meter water omhoog gepompt. De Cruquius met de grootste stoommachine ter wereld heeft acht pompen die werken volgens het principe van een handpomp. Per uur ging er 800 kilogram steenkool doorheen.
Rondlopende gidsen vertellen met passie over de technische kant van het gemaal. En de beelden, kaarten en verhalen doen de rest. Zo horen we over de ketelbikkers: kleine jongens die de stookketels van binnen moesten schoonbikken.
Ontdek een stukje van ons mooie vakantieland met een van de zeven camperroutes door Nederland
Bekijk de routes
NEDERLAND EN HET WATER
Nederland en water horen bij elkaar, al vele eeuwen. Nederland was en is dan ook een ster in het bedenken van manieren om dat water te beteugelen en kent daardoor vele waterwerken en watergerelateerde musea, die een bezoek waard zijn.
TEKST AGNES JEURNINK // FOTO’S AGNES JEURNINK E.A.
Bekijk de route
HOOGWATERGEUL, VEESSEN
Ruimte voor de rivier
Door de eeuwen heen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen: om de mensen te beschermen werden de dijken steeds hoger en steviger gemaakt. Nu weten we dat het klimaat verandert en het steeds vaker en meer regent en rivieren nog meer water te verwerken krijgen. In 1993 en 1995 moesten vanwege hoge waterstanden mensen en dieren geëvacueerd worden en werd duidelijk dat er meer actie nodig was. Er ontstonden nieuwe inzichten: de rivieren moeten meer ruimte krijgen. Op vierendertig plekken langs de IJssel, de Waal, de Nederrijn en de Lek zijn inmiddels maatregelen genomen. Een heel bijzonder project is de Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld. Om de dorpen en steden langs de IJssel te beschermen tegen overstromingen, legde het waterschap een acht kilometer lange hoogwatergeul aan.
We starten onze ontdekkingstocht bij het inlaatwerk bij Veessen. Hier is een brug gebouwd met een bijna achthonderd meter lange inlaatdrempel. Het is een vreemde gewaarwording, een brug zo midden in het weiland. Velen zal het misschien niet eens opvallen, maar wij bekijken die inlaat natuurlijk even. Als het IJsselwater een hoogte van 5,65 meter boven NAP bij de inlaat bereikt, gaat deze open. De geul stroomt dan vol en het water zal met de stroming van de IJssel meegaan. De waterstand in de IJssel daalt hierdoor 71 centimeter bij Veessen. Dit gebeurt gemiddeld één keer in een mensenleven. Althans dat zijn de voorspellingen nu, maar we weten allemaal dat de situatie snel kan veranderen. Zo werd in december 2023 bij hoogwater de inlaat weliswaar niet gebruikt, maar wel in gereedheid gebracht. Dat is nu niet het geval: we zien dat de hydraulische cilinders niet zijn vastgemaakt aan de kleppen. De IJssel stroomt verderop dan ook rustig in de eigen bedding.
We pakken de fiets en rijden over het fietspad naar Wapenveld. Onderweg lezen we de verschillende infoborden en kijken rechts naast ons naar de landbouwgronden. Terug fietsen we deels langs de IJssel en zelfs nog door de hoogwatergeul, want momenteel dreigt er geen gevaar.
HET IS EEN VREEMDE GEWAARWORDING, EEN BRUG ZO MIDDEN IN HET WEILAND